Fossiele grondstoffen hebben hun langste tijd gehad. Als we de klimaatdoelstellingen willen halen moeten we stoppen met de uitstoot van broeikasgassen. Voor energie hebben we de wind en de zon en nog veel meer. Materialen zoals kunststoffen zijn meestal van aardolie gemaakt. Dat kan beter. Planten zijn groene en goede grondstoffen. Van suikers en zetmeel kunnen we spullen maken: biologische kunststoffen. Houtvezels zijn de basis voor prachtige bouwmaterialen of bijvoorbeeld voor T-shirts. Milieuvriendelijk maar ook hernieuwbaar. Want de planten die we gebruiken groeien weer opnieuw. En als ze groeien nemen ze weer CO2 op uit de lucht. Een bio-economie is gebaseerd op duurzaam en intelligent gebruik van biomassa van planten en van organische afvalstromen. Het is een uitdaging om hiervoor de innovatieve technologie te ontwikkelen. Stengels, takken, bladeren en bijvoorbeeld rioolslib kunnen zo een nieuw leven krijgen. Als plastic zakje, colafles, of als duurzaam bouwmateriaal en als dat allemaal niet voor 100% kan, dan kan het restmateriaal warmte, brandstof of elektriciteit worden.
Maar het moet duurzaam
Om de bio-economie een succes te maken is een sterke focus op duurzaamheid een belangrijke voorwaarde. In de landbouw moet biomassa duurzaam geproduceerd worden en bossen, natuur, water, oceanen verdienen goede bescherming of herstel. Zonder aandacht voor duurzaamheid leidt de toenemende vraag naar biomassa tot roofbouw met ecologische en sociale achteruitgang. Wij pleiten voor een bio-economie die een hefboom is voor een betere omgang met de natuur en die juist sociale vooruitgang brengt.
Bio-economie en Biobased economy
De bio-economie is breder dan de bio-based economy. De biobased economy omvat materialen als hout, papier, bioplastics, textiel maar ook energie (brandstof, warmte en elektriciteit). De bio-economie omvat de bio-based economy maar ook landbouw, voeder en voedsel.
In de Europese bio-economie gaat 2100 miljard euro om, waarvan 19% landbouw en 44% voeding. De Europese biobased economy vertegenwoordigt 600 miljard, waarvan 30% pulp en paper, en 27% hout- en bosproducten.
Om biomassa goed en optimaal te benutten moet er naar alle ketens gekeken worden. Daarom kiest de Federatie er voor om uit te gaan van de bio-economie.