Menno Knetsch, UM: Een studentenplatform is een goed initiatief – creatieve ideeën ontstaan door samen te werken
“Geachte Dames en Heren van de Federatie Bio-Economie Nederland. Hierbij wil ik onze master opleiding Biobased Materials, met daarbij de gehele academic community (studenten & staf) aanmelden voor de Federatie Bio-Economie Nederland. (….) Met vriendelijk groet, Menno Knetsch.”
Een enthousiaste email uit Maastricht. De master Biobased Materials van de Universiteit Maastricht loopt sinds september 2015 en heeft afgelopen juli zijn eerste afstudeerders afgeleverd. Een nog relatief kleine opleiding die in zijn geheel plaatsvindt op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. Een groot deel van de studenten en een deel van de staf komt vanuit het buitenland.
Afrika ontbreekt, helaas
Menno Knetsch: “Ongeveer een kwart van onze studenten is Nederlands. De rest komt eigenlijk uit de hele wereld: Duitsland, Bulgarije, Taiwan, China, Mexico. Helaas ontbreekt Afrika – er zijn daar goede studenten, maar die hebben geen financiële mogelijkheden om in Europa te studeren. Misschien dat we daar iets aan kunnen doen via ontwikkelingssamenwerking, want voor Afrika liggen er enorme kansen. Als we gericht een aantal landen kiezen, dan investeren we in de toekomst van die landen en bieden we een veel beter perspectief dan de smokkelaars.”
Duurzaamheid: samen doen
Het multidisciplinaire programma Biobased Materials richt zich op de hele waardeketen. “We hebben vooral studenten die geïnteresseerd zijn in duurzaamheid en graag over de grenzen van hun eigen discipline denken. Ze willen werken aan een betere planeet. Het onderwijs is probleemgestuurd: studenten leren door gezamenlijk oplossingen te bedenken. Onderzoek maakt een belangrijk deel uit van de opleiding. In samenwerking met bedrijven formuleren we onderzoeksopdrachten zoals: maak een superabsorbant, een materiaal dat veel water opneemt uit bijvoorbeeld suikers. Studenten leren het meest door niet alleen laboratoriumtaken uit te voeren, maar door zelf ook de onderzoeksopzet te bedenken. Wij leren trouwens ook veel van de aanpak in het HBO – daar is veel ervaring in de samenwerking met bedrijven en met praktisch onderzoek”.
Aken en Maastricht
Biobased Materials UM werkt nauw samen met de RWTH en het Fraunhofer instituut in Aken in het AMIBM (Aachen Maastricht Institute for Biobased Materials). Menno Knetsch: “Die samenwerking is vanzelfsprekend, Aken is hier dichtbij. De samenwerking met Nederlandse universiteiten en hogescholen kan nog wat intensiever. We zijn een jonge opleiding, en hebben onze plek gevonden. Maar we moeten niet op onze eigen plek blijven zitten; Nederland kan veel bereiken door beter en meer gezamenlijk op te pakken. Dan ontstaan creatieve ideeën. En we moeten zeker ook naar het buitenland kijken – want ook daar gebeurt veel. De Federatie kan een mooie impuls zijn”.