Het werk van de Federatie is dynamisch: we werken vanuit een visie op de bio-economie en geven daar praktische invulling aan. Door de invulling, de dilemma’s en de ervaring in de praktijk kan de visie weer veranderen. En omgekeerd – nieuwe algemene inzichten kunnen de praktische invulling ook beïnvloeden. De Federatie wil blijven werken aan een algemene visie en aan de vertaling naar de praktijk. In gesprekken met veel betrokkenen hebben we een lijst opgesteld met punten die we zouden aan moeten pakken. Zie hieronder het voorlopige werkprogramma zoals besproken op de startbijeenkomst!

We hebben tot nu toe een beperkte capaciteit, dus is het van belang om scherp prioriteiten te stellen. Op de startbijeenkomst van 28 augustus zijn prioriteiten gesteld. We gaan nu eerst:

  1. Verder werken aan de opbouw en versterking van de Federatie: bestuur samenstellen, Wetenschappelijke Raad en Raad voor Duurzaamheidsvraagstukken bemensen. We werken aan de groei van de Federatie – hoe meer aangeslotenen, hoe beter. Financiering blijft een belangrijk aandachtspunt!
  2. Belemmeringen ophalen‘: alle aangeslotenen ontvangen een mail waarin ze gevraagd worden om aan te geven welke belemmeringen ze ervaren in de praktijk van hun bedrijf of organisatie. Dat kan van alles zijn: gebrek aan afnemers of een markt, te dure grondstoffen, onduidelijkheid over duurzaamheid, verkeerde regelgeving, tekort aan financiering enz. We verzamelen de antwoorden en bekijken wat de Federatie kan doen om deze belemmeringen weg te nemen. Daarbij komen wellicht de ideeën naar voren zoals verwoord in het voorlopige werkprogramma (zie hieronder) of in nota’s van de overheid.
  3. Showcases etaleren: linksonder op deze website kunnen bedrijven en kennisinstellingen showcases laten zien. Uiteraard kunnen ook NGO’s ook showcases aandragen! Er zijn ongetwijfeld veel goede voorbeelden uit alle hoeken van de bio-economie!
  4. Een beeld schetsen van de bio-economie 2030 en van 2050. Een nieuwe visie ontwikkelen is niet echt nodig, er zijn al goede visies (zie ook de links op de website). Maar een gedeeld beeld is wel nuttig en nodig. Met zo’n gezamenlijk beeld kan ook de bio-economie een bredere maatschappelijke waardering krijgen. En met dat gezamenlijke beeld gaan we ook actief de publieke discussie aan.

 

Voorlopig werkprogramma zoals besproken op de startbijeenkomst:

1.  Een strategische agenda opstellen voor de bio-economie

De strategische agenda adresseert meerdere sectoren maar ook de overheid. Ook een kennisagenda maakt deel uit van de strategische agenda. De agenda bevat ook een indicatie van wie wat doet en wanneer. De strategische agenda is een rode draad voor de Federatie Bio-economie Nederland en een bron van inspiratie voor de overheid voor alle betrokkenen. Er zijn al meerdere visies opgesteld, waaronder een kabinetsvisie op de bio-economie (Biomassa 2030) en een kabinetsvisie op de circulaire economie (Nederland circulair in 2050). De Federatie bouwt hier op voort.

2. Praktische advisering aan de overheid

De Federatie wil in 2017 en 2018 de overheid steunen door:

  • het ontwerpen van een concrete en hanteerbare set van duurzaamheidscriteria die benut kan worden voor alle productie van biomassa, ongeacht de toepassing (zie kabinetsvisie) en ontwerp van een werkwijze die het werken met duurzaamheidscriteria voor bedrijven en producenten eenvoudiger maakt.
  • Advies voor een reactie op nieuw Europees beleid (bio-economie en RED).
  • het inzichtelijk maken wat de overheid kan doen om markten te ontwikkelen. Een review van beleidsinstrumenten: (i) overheidsaanbestedingen (overheid als launching customer, voorbeeld VS), (ii) belasting en accijnsbeleid, (iii) verplicht aandeel bio voor grote productstromen (zoals bijvoorbeeld bouwmaterialen, verpakkingen en nu al bestaand bij biobrandstoffen), (iv) subsidies (zoals nu al bestaat voor hernieuwbare energie), en (v) overig
  • het opstellen van een routekaart om belemmerende wetgeving op te ruimen. Er bestaan diverse lijsten van belemmerende regels. Welke hebben prioriteit? Wat is er nodig? Is ook een wijziging nodig van EU-regelgeving of kan het op nationaal niveau? Zijn er voorbeelden uit andere landen?
  • het ontwerpen van een strategie om het aanbod van duurzame biomassa te vergroten. Er is nog steeds onzekerheid over de beschikbaarheid van duurzame en betaalbare biomassa.
  • bij te dragen aan de totstandkoming van de transitieagenda’s voor de verschillende sectoren, inclusief kennisontwikkeling en –toepassing. Dit is een uitwerking van de algemene strategische agenda (zie punt 1) voor diverse sectoren.

3. Oprichting van een biobased label.

In de VS bestaat een mooi label voor biobased producten, met daarop aangegeven het aandeel bio in het product en in de verpakking. Er is een lijst met standaarden voor honderden producten die in grote lijnen toegepast kan worden in Europa. Een verkennend onderzoek is nodig om (a) de belangstelling te peilen voor invoering van zo’n label binnen de EU (b) de voorwaarden te benoemen waaronder het US-label in Europa toegepast kan worden en (c) de toegevoegde waarde van dit label binnen de EU scherp te krijgen.

4. Verbinden en informeren.

De Federatie Bio-economie Nederland verbindt brancheorganisaties, biobased platforms, bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen en NGO’s en informeert een breder publiek over de voordelen (en waar nodig ook nadelen) van de bio-economie. Daarvoor maakt de Federatie gebruik van sociale media en van een website.

  • Uitbouw website. De website biedt (naast onze visie en algemene informatie) informatie over alle aspecten van de bio-economie: van landbouw tot chemie, van biodiversiteit tot nieuwe technologie en relevant beleid in Nederland en daarbuiten. Daarnaast zijn er inspirerende voorbeelden van bedrijven (venster voor bedrijven), kennisinstellingen, en uit het onderwijs.
  • Eventueel in samenwerking met andere initiatieven: marktplaatsfunctie toevoegen aan website (vraag en aanbod van bijvoorbeeld reststromen of procestechnieken, maar ook van kennis en mensen)
  • actieve rol naar een breder publiek innemen door opiniërende stukken te publiceren, voorlichtingsactiviteiten, organiseren van debatten enz.

5. Living labs, workshops of universities

Activiteiten/bijeenkomsten rondom concrete thema’s, zoveel mogelijk in samenwerking met bestaande platforms en betrokkenen. De bijeenkomsten zijn gericht op kennisuitwisseling en (gezamenlijk) leren. Onderwerpen kunnen zijn: bioplastics, zeewieren, nieuwe technologie en processen, enz.

Wie? De Wetenschappelijke Raad voor de Bio-economie verzamelt suggesties en stelt een groslijst met onderwerpen voor. Uitwerking met behulp van betrokken bedrijven en bijvoorbeeld het studentenplatform

6. Internationale samenwerking. 

De Federatie stelt een prioriteitenlijst vast met landen en thema’s voor samenwerking. Sommige aantal landen zijn belangrijk voor productie van duurzame biomassa, een aantal landen is ook zeer actief op het gebied van technologieontwikkeling. Met welke landen moeten we samenwerking zoeken op welke thema’s? Wat kan de EU doen en wat zou Nederland zelf moeten oppakken?

NB: De Federatie werkt met klankbordgroepen die activiteiten of adviezen voorbereiden. Zie werkwijze. Per onderdeel wordt vastgesteld wie wat doet en welke klankbordgroepen en permanente raad verantwoordelijk is voor de voorbereiding.

 

Organisatie

De komende maanden werkt de Federatie Bio-economie Nederland aan de opbouw van de organisatie: dat betekent mailen, website bijhouden, berichten maken, twitteren. Het betekent ook dat de volgende onderdelen ingevuld moeten worden.

Bestuur: circa 8 bestuursleden

Raad van Advies: 3 leden die gezamenlijk toezicht houden op financiën en naleving van de statuten

Wetenschappelijke Raad: 15 tot 20 wetenschappers afkomstig uit onder meer de landbouwwetenschappen, maritieme wetenschap, biowetenschappen, biotechnologie, chemie en materiaalkunde, sociale wetenschappen, transitiekunde.

Raad voor Duurzaamheidsvraagstukken: 15 tot 20 leden afkomstig uit of bekend met de praktijk van duurzaamheid en certificering: bedrijven (energie, chemie, brandstoffen, chemie, landbouw, visserij), NGO’s en wetenschappers.

Studentenplatform: een platform dat studenten gelegenheid geeft zich te oriënteren op de bio-economie, mee te praten over de bio-economie en mee te werken aan de bio-economie.

De samenstelling van het bestuur, de raad van advies en de overige onderdelen wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt.

Klankbordgroepen: adhoc groepen die een advies/standpunt of een activiteit voorbereiden. Klankbordgroepen zijn toegankelijk voor alle aangeslotenen. De klankbordgroepen zijn zo samengesteld dat ze alle geledingen en sectoren vertegenwoordigen.

Samenwerking

De Federatie Bio-economie Nederland wil krachten bundelen en samenwerken.  Ze streeft naar samenwerking binnen het SER-energieakkoord. Daarnaast wil de Federatie samenwerken met bestaande initiatieven en/of partnerschappen aangaan.